A
|
abdominaal |
via de buikwand |
adenomyose |
vorm van endometriose, baarmoederslijmvlies dat in de baarmoederspier gegroeid is |
adhesies |
verklevingen, het door bindweefselvorming aan elkaar groeien van twee tegen elkaar liggende weefseloppervlakken |
anesthesioloog |
arts die gespecialiseerd is in de anesthesie (verdoving/narcose) |
anesthesist |
arts die gespecialiseerd is in de anesthesie (verdoving/narcose) |
anterieure levatorplastiek |
operatie aan een deel van de bekkenbodemspier |
anticholinergica |
medicijnen die ongewilde samentrekkingen (spasmen) van bijv. blaas of darmen tegen gaan |
anti-hormoon |
een synthetisch hormoon dat de aanmaak van eigen hormonen beïnvloedt |
B
|
baarmoedermond |
onderste deel van de baarmoeder dat in de vagina (schede) zichtbaar is |
ballonmethode |
operatie waarbij de gynaecoloog een ballon met hete vloeistof in de baarmoeder brengt; de hete ballon verschroeit het baarmoederslijmvlies |
biopsie |
het afnemen van een klein stukje weefsel ter onderzoek |
blaaskatheter |
een slangetje in de blaas om urine te laten weglopen |
blaaspijnsyndroom |
Interstitiële cystitis, ontsteking van de urineblaas die niet door bacteriën wordt veroorzaakt |
C
|
cervix (uteri) |
baarmoederhals |
chocolade-cyste |
een holte in de eierstok die gevuld is met oud bloed (ook wel endometrioom genoemd) |
climacterium |
zie overgang |
colposcopie |
bekijken van de baarmoedermond met een microscoop |
conisatie |
het uitsnijden van een kegelvormig stukje weefsel van de baarmoedermond |
corpus uteri |
bovenste deel van de baarmoeder dat in de buikgelegen is |
CT-scan |
afkorting van computertomografie-scan, een onderzoek met röntgenstralen. Door het maken van een serie foto’s wordt (een gedeelte van) het lichaam als het ware in plakjes weergegeven |
curettage |
kleine operatie waarbij de gynaecoloog het baarmoederslijmvlies met een dun lepeltje weg schraapt (‘schoonmaken’ van de baarmoeder) |
cyclus |
de periode van het begin van de menstruatie tot het begin van de volgende menstruatie |
cystadenoom |
goedaardig gezwel uitgaande van weefsel dat om een cyste zit |
cyste |
een holte gevuld met vocht, bijv. in de eierstok |
cystitis (bacteriële) |
blaasontsteking |
D
|
dermoïd cyste |
medische term voor ‘wondergezwel’: een vergrote eierstok waarin zich allerlei soorten weefsel bevindt, zoals talg, haren en soms botweefsel; deze gezwellen zijn bijna altijd goedaardig |
dyspareunie |
pijn tijdens gemeenschap |
dysmenorroe |
pijn tijdens de menstruatie |
E
|
ECG |
elektrocardiogram (hartfilmpje) |
echoscopie |
onderzoek met behulp van geluidsgolven dat een afbeelding geeft van de baarmoeder en eierstokken; dit onderzoek kan zowel via de buik (bij volle blaas) als via de vagina (bij lege blaas) worden uitgevoerd |
embolisatie |
afluiten van de bloedtoevoer naar een myoom door het inspuiten van kleine korreltjes via de lies |
endometrioom |
een holte in de eierstok die gevuld is met oud bloed (ook wel chocolade-cyste genoemd) |
endometriose |
baarmoederslijmvlies dat zich bevindt op een andere plaats dan in de baarmoeder |
endometrium |
baarmoederslijmvlies dat de binnenzijde van de baarmoeder bekleedt |
endometrium- resectie |
operatie waarbij de gynaecoloog het baarmoederslijmvlies verwijdert, ook wel endometrium-ablatie genoemd |
F
|
follikel |
een kleine holte in de eierstok waarin zich een eitje bevindt |
FSH |
follikel stimulerend hormoon, hormoon, geproduceerd door de hypofyse, dat zorgt voor de rijping van een eicel |
functionele cyste |
een grote cyste in de eierstok die na enige tijd uit zichzelf verdwijnt; soms is een hormoonbehandeling noodzakelijk |
H
|
hematurie |
aanwezigheid van bloed in de urine |
hemorroïden |
aambeien |
hydrosalpinx |
afgesloten eileider waarin zich vocht heeft opgehoopt |
hysterectomie |
verwijdering van de baarmoeder (uterusextirpatie) |
hysteroscopie |
een onderzoek waarbij de gynaecoloog met een dun buisje in de baarmoeder kijkt |
hysteroscopische operatie |
operatie via een dun buisje dat de gynaecoloog in de baarmoeder brengt |
I
|
ideopatisch |
spontaan ontstane aandoening met onbekende oorzaak |
interstitiële cystitis |
chronische blaasontsteking zonder bekende oorzaak |
L
|
laparoscopie |
een operatie waarbij de gynaecoloog met een kijkbuis via de buikwand in de buikholte kijkt |
laparotomie |
operatie via een grotere snede in de buikwand |
LH |
luteïniserend hormoon, hormoon, geproduceerd door de hypofyse, dat zorgt dat de rijpe eicel springt |
lichen sclerosis (LS) |
een huidaandoening waarbij de huid dunner (atrophicus) of dikker (sclerosus), wit (lichen) en glanzend wordt. Het komt het meest voor aan de vulva |
lis-excisie |
een kegelvormig stukje weefsel uit de baarmoedermond halen met een electrisch verhit lisje |
M
|
menopauze |
de periode na de laatste menstruatie (gewoonlijk rond het 52e levensjaar) |
menorrhagia |
hevig bloedverlies tijdens de menstruatie |
menstruatie |
maandelijkse bloeding uit de vagina (schede) |
menstruatiecyclus |
de tijd die verloopt tussen de eerste dag van twee menstruaties |
metrorrhagia |
vaginaal bloedverlies buiten de menstruatieperiode om |
MRI |
afkorting van magnetische resonantie imaging, een onderzoek dat gebruik maakt van magnetische velden om een afbeelding te maken |
myoom |
een goedaardige spierknobbel die uitgaat van de wand van de baarmoeder (vleesboom) |
O
|
oefeningen van Kegel |
oefeningen ter versterking van de bekkenbodemspieren |
oestrogeen |
hormoon, geproduceerd door de eierstok, dat onder andere het baarmoederslijmvlies stimuleert en zorgt voor de ontwikkeling van de vrouwelijke geslachtsorganen |
orgasme |
seksueel hoogtepunt, klaarkomen |
osteoporose |
botontkalking |
ovarium |
eierstok |
overgang |
de periode waarin zich het nieuwe evenwicht instelt in de hormoonhuishouding rond de menopauze |
P
|
PCOS |
polycysteus-ovariumsyndroom, meerdere cystes in de eierstokken |
PMS |
premenstrueel syndroom, klachten die optreden voor de menstruatie |
POF |
prematuur ovarieel falen, vervroegde overgang |
poliep |
een gezwelletje dat in de baarmoederholte groeit; bijna altijd is het goedaardig |
portio |
onderste deel van de baarmoeder dat in de schede uitmondt |
post-menopauze |
periode na de laatste menstruatie (gewoonlijk na het 52e jaar) |
premenopauze |
de periode vóór de menopauze |
progestageen |
medicijn dat dezelfde eigenschappen heeft als het door het lichaam gemaakte progesteron |
progesteron |
hormoon, geproduceerd door de eierstok, dat na de eisprong samen met oestrogeen onder andere zorgt voor de opbouw van het baarmoederslijmvlies |
prolaps |
verzakking van een orgaan of orgaangedeelte, bijv. de baarmoeder |
R
|
rectum |
laatste deel van de dikke darm, eindigend bij de anus |
rollerbolmethode |
operatie waarbij de gynaecoloog met een bolletje over het baarmoederslijmvlies heen rolt; door verhitting verschroeit het slijmvlies |
S
|
sacrum |
heiligbeen, driehoekig botstuk aan het ondereinde van de ruggengraat, waar zenuwen doorheen lopen |
salpinx |
eileider |
sfincter |
sluitspier |
T
|
teratoom |
zie dermoid cyste |
testosteron |
hormoon dat ook in kleine hoeveelheden in de eierstok wordt geproduceerd, en onder andere invloed heeft op de zin tot vrijen |
trombose |
vorming van stolsel in een bloedvat |
TVT (O) |
operatie ter correctie van een blaasverzakking, waarbij ter ondersteuning een spanningsvrij bandje wordt aangebracht |
tuba |
eileider |
tumor |
groei of zwelling van weefsel, goed- of kwaadaardig |
U
|
ureter |
‘plasbuis’: deze voert de urine van de blaas af |
urine residu |
urine die na het urineren in de blaas achterblijft |
uterus |
baarmoeder |
uterusextirpatie |
verwijdering van de baarmoeder (hysterectomie) |
V
|
vagina |
schede |
vaginaal |
via de schede |
vaginale kegels |
speciale gewichten voor het trainen van de bekkenbodemspierenen |
vaginisme |
onvrijwillig samentrekken van de spieren rondom de vagina waardoor het (bijna) onmogelijk wordt om geslachtsgemeenschap te hebben |
vleesboom |
myoom |
vulva |
uitwendig deel van het vrouwelijke geslachtsorgaan, hiertoe behoren de schaamlippen, de clitoris, de uitgang van de urinebuis en de opening van de vagina |
vulvodynie |
chronisch vaginaal pijnsyndroom |
W
|
wondergezwel |
zie dermoid cyste |